De bipolaire stoornis of manisch-depressieve stoornis is een stemmingsstoornis waarbij periodes van depressie afwisselen met periodes waarin diezelfde persoon enorm veel energie heeft en euforisch is, de manische periode. Meestal komt deze manische periode net voor of net na een depressieve periode. Iemand met een manisch depressieve stoornis beleeft als het ware enorme pieken en dalen in zijn stemming. Tussenin kan hij gedurende een kortere of langere periode, tot wel tien jaar, een meer normale stemmig hebben. Net daardoor is de ziekte moeilijk te herkennen en ook erg onvoorspelbaar.
Bij sommige mensen wisselen de pieken en dalen zich in een hels tempo af, zonder tussenpauzes. In dat geval spreekt men van rapid cycling. Er bestaat ook een hele reeks tussenvormen. Daarover kun je hier meer lezen.
Eerst lijkt het aantrekkelijk om een manische periode te hebben, omdat je je euforisch voelt, heel veel energie hebt en weinig slaap nodig hebt. Toch kan zo’n periode veel schade aanrichten. Het is geestelijk en lichamelijk erg uitputtend. Daarnaast kunnen mensen in een manische periode té zelfzeker en impulsief worden. Ze doen bijvoorbeeld grote aankopen die ze niet kunnen betalen, sluiten overmoedige zakendeals af, enzovoort. Ze zijn overmatig ‘opgewonden’ en snel geprikkeld.
De manisch-depressieve stoornis komt voor bij ongeveer 1 procent van de bevolking (andere bronnen spreken van 5 tot 6 procent) en even vaak bij mannen als bij vrouwen. De ziekte begint bijna altijd tussen de leeftijd van 15 en 35 jaar en blijft het hele leven bestaan.
Varianten van de manisch-depressieve stoornis zijn de bipolaire II stoornis, waarbij de manische periodes minder extreem zijn en de cyclothyme stoornis. Ook mensen met deze stoornis hebben last van plotse en onvoorspelbare stemmingswisselingen, maar ze zijn minder extreem dan bij een manisch-depressieve stoornis. Toch is deze aandoening vervelend omdat wie eraan lijdt, moeilijk kan voorspellen of hij een ‘goede’ of een ‘slechte’ dag heeft.
