Als iemand zichzelf verminkt, spreken we van automutilatie. Een typische vorm van zelfverminking is krassen of kerven in de huid of bijvoorbeeld een sigaret doven op je huid. De bedoeling van zelfverminking is niet om zichzelf te doden.
In sommige culturen bestaan er rituele vormen van zelfverminking, bijvoorbeeld als een vorm van boetedoening of als een soort overgangsritueel om je eigen moed te tonen en te tonen dat je pijn kan doorstaan.
Uit recent onderzoek blijkt dat maar liefst één op tien jongeren tussen veertien en zeventien jaar zichzelf ooit heeft verwond. Cijfers specifiek voor Vlaanderen geven aan dat het om 14% van de jongeren gaat tussen twaalf en 18 jaar (Baetens et al., 2011). Hoewel dit enkel cijfers zijn voor jongeren, komt zelfverwondend gedrag ook voor kinderen en volwassenen.
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom mensen zich, al dan niet bewust, pijn doen. Bijvoorbeeld om zichzelf te straffen, om innerlijke, emotionele pijn om te zetten in lichamelijke pijn of om andere pijnlijke zaken te vergeten. Bij traumaslachtoffers komen vaak momenten op dat ze het trauma ‘herbeleven’. Automutilatie wordt soms ook door hen ‘gebruikt’ om deze herbeleving te kunnen stoppen.
Soms is automutilatie een manier om met een innerlijke leegte om te gaan of om de omgeving te manipuleren. Vaak wordt geautomutileerd op de zichtbare plaatsen van het lichaam. Zo wordt automutilatie een vorm van taal, een manier om een boodschap over te brengen.
Automutilatie heeft een verslavend effect. Door jezelf pijn te doen komt endorfine vrij, een natuurlijke pijnstiller die ook een gevoel van euforie veroorzaakt. Daardoor is het moeilijk om in je eentje te stoppen met automutileren.
Automutilatie is geen psychische aandoening, het is eerder een symptoom van een andere ziekte of aandoening zoals het borderlinesyndroom. Ook bij autisme kan er sprake zijn van automutilatie.
© VVGG, www.geestelijkgezondvlaanderen.be